Je verliest zo’n 100 tot 120 haren per dag. Als je ouder wordt, verlies je meer haren dan erbij komen en wordt je haar wat dunner
Andere oorzaken van haaruitval
Soms heb je tijdelijk meer haaruitval, maar geen kale plekken. Dit kan komen door stress, ijzertekort, een bevalling, medicijnen (zoals sommige pijnstillers) of ziekte (bijvoorbeeld na koorts). Krijg je wel kale plekken, dan hoeft dat alsnog niet door alopecia areata te komen.
Andere oorzaken kunnen zijn:
• schimmelinfectie
• huidziekte die littekens geeft (op littekenweefsel is geen haargroei mogelijk)
• syfilis (een soa)
• strakke vlecht, knot, haarspeld of hoofddoek
• hairextensions
TEKST: MARA RUIJTER
LEVEN MET ALOPECIA AREATA
Kaalheid is niet alleen een mannenprobleem: vier op de tien vrouwen krijgt ook te maken met haarverlies. Soms tijdelijk door veel stress, een ijzertekort of zwangerschap. Maar er kan ook meer aan de hand zijn, in dat geval gaat het om een vorm van alopecia.
WAT IS ALOPECIA?
Alopecia betekent letterlijk kaalheid en is een verzamelterm voor verschillende vormen van kaalheid. De meeste vrouwen met kaalheid hebben alopecia andro genetica, wat letterlijk ‘mannelijk type haaruitval’ betekent. Dit is strikt genomen geen ziekte of aandoening, maar wordt beschouwd als een verouderings-verschijnsel en is grotendeels erfelijk. Mannen hebben hier over het algemeen vaker last van, maar het komt dus ook regelmatig bij vrouwen voor.
Zo’n twee op de honderd mensen, zowel mannen als vrouwen, hebben last van een auto-immuunaandoening die de kaalheid veroorzaakt. Meestal is dit op de hoofd-huid, maar het kan ook op andere plekken voorkomen, zoals bij de wenkbrauwen, oksels of schaamstreek. Groeit het haar op de hoofdhuid niet meer terug, dan wordt dit alopecia totalis genoemd. Is er ook elders op het lichaam geen haargroei meer, dan wordt dit alopecia universalis genoemd. De bekendste vorm is alopecia areata; waarbij er plotseling ronde of ovale plekken ontstaan. Bij de meeste mensen groeit het haar op zo’n kale plek binnen een jaar weer terug. Soms blijft het bij die ene plek, maar de kale plekken kunnen ook regelmatig terugkomen.
Dat laatste is ook het geval bij Astrid Honcoop (42). Zij kreeg in 2018 de eerste kale plekken. “Ik merkte in die periode wel dat ik last had van haaruitval, maar dacht dat dat kwam doordat ik zwanger was. De kapper ontdekte echter twee kale plekken op mijn kruin ter grootte van een euromunt. Ik ben toen naar de huisarts gegaan en die verwees mij door naar de dermatoloog. Daar werd de diagnose gesteld: alopecia areata. De ‘pluksgewijze kaalheid’ dus, en in mijn geval ‘lopen’ de kale plekken continu. De plekken die ik nu heb, kunnen over vier maanden weer aangroeien, waarna op een andere plek mijn haar weer uitvalt.”
HOE ONTSTAAT ALOPECIA AREATA?
Alopecia areata is een auto-immuunziekte en kan op alle leeftijden ontstaan, ook bij kinderen. Het afweersysteem van het lichaam denkt dat de haren er niet ‘horen’ en laat ze daarom uitvallen. Hoe dit precies komt, is niet duidelijk. Hoewel vaak wordt beweerd dat de aandoening door vitamine-gebrek of stress komt, is dat niet bewezen. Opvallend is dat het vaker voorkomt bij mensen die al een andere auto-immuun-ziekte hebben, zoals vitiligo, lupus en sommige ziektes van de schildklier.
Ook komt het vaker voor bij mensen met allergieën, hooikoorts, astma en eczeem. Die link is ook bij Astrid Honcoop te leggen, vertelt ze: “Als klein meisje had ik last van bronchitis, lichte astma en eczeem. Die klachten worden gelukkig steeds minder, maar ik heb ook verschillende allergieën en hooikoorts ontwikkeld.” Het kan binnen de familie vaker voorkomen, waardoor het (deels) erfelijk lijkt.
KUN JE ER IETS TEGEN DOEN?
Er zijn geen behandelingen waarvan is bewezen dat ze helpen tegen alopecia areata. Diëten, vitaminepillen, lotions, crèmes en shampoos werken niet. Ook behandelingen met onder meer ontstekingsremmers (zowel crèmes en tabletten als injecties), het schildklierhormoon, antidepressiva, lichttherapie, behandelingen die je afweer onderdrukken (zoals ciclosporine) en prosta glandinen (hormoonachtige stoffen), zijn onderzocht, maar er bestaat geen bewijs dat deze behandelingen helpen. Daarbij kunnen ze vervelende bijwerkingen hebben, waardoor artsen het meestal niet aanraden. Haartransplantatie is niet geschikt, omdat de getransplanteerde haren ook weer kunnen uitvallen en de kale plekken weer elders op het hoofd kunnen ontstaan.
“De arts was vrij duidelijk”, vertelt Astrid. “Er is eigenlijk geen behandelmethode. Het enige wat ik eventueel kon proberen, was een hormoonkuur, met de onzekerheid dat mijn haren na drie maanden terug zouden komen. Daar geloofde ik niet in, omdat haargroei sowieso drie maanden nodig heeft om te groeien”, vertelt ze erover. »
“Ik heb heel lang geworsteld met het feit dat mijn eigen lijf iets afstoot. Dat de oorzaak dus ‘in’ mij te zoeken is. Ik heb geprobeerd mijn leven anders in te richten en het minder druk te hebben, maar dat gaf geen resultaat. Ook heb ik veel uitgeprobeerd met voeding, vitaminen en supplementen om mijn immuunsysteem weer op orde te krijgen, maar ook dat heeft niet geholpen.”
GEEFT ALOPECIA NOG ANDERE KLACHTEN?
De aandoening geeft verder geen andere lichamelijke klachten, je voelt je dus niet ‘ziek’. Maar het heeft voor veel vrouwen wel psychische gevolgen. Omgaan met het haarverlies en de kaalheid maakt onzeker – mede omdat de ziekte heel onvoorspelbaar en grillig verloopt. Die onzekerheid herkent Astrid. “In het begin was ik heel onzeker. Ik had er nooit bij stilgestaan dat je haar of kapsel zoveel invloed heeft op je ‘zijn’. Het beeld van mezelf was anders: de binnenkant klopte niet meer met de buitenkant. Het idee dat je kaal wordt als vrouw, past niet bij het beeld dat we hebben van vrouwen. Ik was bang dat andere mensen het zouden zien, dus ik was constant bezig om de kale plekken te verbergen.”
WELKE OPLOSSINGEN ZIJN ER ALS JE ALOPECIA HEBT?
Net als veel andere vrouwen, besloot Astrid om haar kale plekken te bedekken, met een sjaal of haarwerk. Vrouwen die ook hun wimpers en/of wenkbrauwen verliezen, kiezen soms voor nepwimpers of permanente make-up. Voor Astrid was het bedekken van haar kale plekken echter geen lang-durige oplossing. “De haarwerken waren een fijne oplossing om er toch weer mooi en vrouwelijk uit te zien, en ik heb behoorlijk wat kapsels en haarkleuren uitgeprobeerd waar ik best veel lol van had. Maar toch was ik nooit écht op mijn gemak. Je kunt zien dat het niet echt is, dat het haarwerk net iets verplaatst is of dat je met harde wind de randjes ervan ziet. Na een tijdje besloot ik daarom om mijn haar af te scheren. Dat voelde als een bevrijding!
Ik heb bewust afscheid genomen van mijn oude vertrouwde ‘ik’ met lang haar. Ja, nu heb ik kort haar met kale plekken. Sommige mensen vinden het erg confronterend, maar zelf heb ik er geen last van. Ik voel geen schaamte meer, hoef het niet te verstoppen, ik heb geen losse haren meer om me heen en geen gedoe meer met een haarwerk. Het grappige is dat ik juist ook vaak te horen krijg dat dit kapsel mij veel beter.